Het grondgebied van Eindhoven midden negentiende eeuw is dermate klein dat, als het stadje op 1 juli 1866 aansluiting op het spoorwegnet krijg, het station honderden meters over de gemeentegrens in Woensel komt te liggen.

Het spoorwegemplacement strekt zich uit over drie gemeenten: Eindhoven, Woensel en Tongelre. Niemand voelt zich verantwoordelijk voor het totaal. De consequentie is dat de straatverlichting op de weg van Eindhoven centrum naar het station bij de grens met Woensel plotseling ophoudt. Dat dorp heeft geen enkel belang bij verlichting aan de Eindhovense zijde. Een grenswijziging maakt in 1874 een eind aan die bizarre situatie. En passant liggen station en toegangsweg nu op Eindhovens grondgebied. Het spoorwegemplacement blijft echter verdeeld over drie gemeenten. Wel wordt nog een stukje Strijp tussen het spoor en de Willemstraat aan Eindhoven overgedragen. Het is op dit terrein dat later de eerste Philipsfabrieken aan de overzijde van de Emmasingel zullen worden gebouwd.