De arbeiders maken zonder uitzondering lange dagen of dat nu individueel onder eigen dak is of samen met anderen in een fabrieksruimte. Uitgezonderd de zon- en feestdagen wordt in de fabrieken op alle dagen van de week gewerkt. In de zomer begint men al om half zes in de morgen en stopt men pas om acht uur ’s avonds. In de loop van de dag heeft de arbeider drie keer pauze met een totaal van twee en een half uur. Blijven nog twaalf uren van hard werken over. Want de dagen zijn niet alleen lang, de heren werkgevers verlangen ook productie. In de winterperiode is de werkdag wat korter, maar nog minstens tien uur.